Een onmogelijke klus krijg je alleen samen voor elkaar. Dat is de ervaring van Marcel Geleijnse bij het project herinrichting Leeghwaterstraat op de campus van de TU Delft. De campus van TU Delft is een stad op zich. Met 11.000 studenten, 5.000 kenniswerkers en een groot aantal faculteiten en unieke onderzoekslaboratoria is het zeven dagen per week een drukte van belang. Bewoners, onderzoekers en studenten uit 90 landen bevolken de gebouwen en gebruiken de straten.
De TU Delft wil de campus aantrekkelijker maken met een uitgebreid fiets- en voetgangersnetwerk in een deels autoluw gebied. Daarom verschijnen er in gebieden waar eerst veel autoverkeer en parkeerplaatsen waren, meer groen en meer ruimte voor voetgangers en fietsers.
Een van de belangrijkste verbindingswegen op de campus is de Leeghwaterstraat. Deze moest in 2017 grondig op de schop. De straat werd 'omgebouwd' tot fietsstraat, waar de auto te gast is. De rijbaan werd versmald en aan weerszijden kwamen brede trottoirs met groenstroken. Deze grondige herinrichting werd aangegrepen voor een complete renovatie van de ondergrondse infrastructuur. Riolering, kabels en leidingen moesten worden vervangen en aangepast.
Een project van deze omvang, met een hoofdrol voor complex rioolwerk, is nooit een simpele opgave. Maar deze keer was het wel een bijzonder complex geheel, vertelt Marcel Geleijnse, bedrijfsleider bij BAM Infra. "Het gaat natuurlijk om bereikbaarheid, beperking van overlast, zorg voor goede doorstroming, heldere planning en afstemming. Dat geldt voor ieder project van deze soort. Maar er kwam in dit geval nog veel meer bij kijken. Kabels en leidingen hebben op de campus een cruciale functie. Onbedoelde uitval van verbindingen heeft een gigantische impact. Denk alleen maar eens aan de voortgang van onderzoeksprojecten, mogelijk verlies van data, het risico van kostbaar tijdverlies voor labs en researchers… Een foute inschatting of een verkeerde beslissing kan funest zijn. Voeg daar nog aan toe dat de hele klus absoluut niet langer dan 22 weken in beslag mocht nemen, en je kunt gerust spreken van een hele forse uitdaging."
Een 'uitdaging' is nog zacht uitgedrukt. Afgaand op wat 'normaal' is voor een dergelijk project, leek het zelfs onhaalbaar om de klus goed te kunnen opleveren binnen het vereiste tijdsbestek. Onmogelijk, oordeelden diverse kenners zelfs. Marcel Geleijnse: "Complex, moeilijk, uitdagend: dat klopt allemaal. Maar bij het woordje 'onmogelijk' gaat het bij ons prikkelen. Bovendien: het was misschien juist om die reden een prachtklus. We zijn daarom met verschillende disciplines binnen BAM aan tafel gegaan. De centrale vraag: hoe kunnen we een 'onhaalbare' opdracht anders insteken en er tóch een succes van maken?"
De moeilijkheid bij opdrachten waar veel ondergronds werk bij komt kijken, is dat er gegarandeerd situaties zijn die er in werkelijkheid anders uitzien dan op schema's en tekeningen is weergegeven. Dat zorgt voor onbekende obstakels, en het zijn juist díe 'verrassingen' die de onzekere factor vormen. Met alle gevolgen van dien: kans op uitval van cruciale faciliteiten, onbereikbaarheid van gebouwen, hinder en overlast, tijdverlies, onvoorziene kosten. Kortom: alles wat je wilt vermijden. We kozen daarom voor een grondige, alternatieve aanpak.
Na intensief overleg viel de keus op het werken met BIM. Een werkmethodiek waarbij in een driedimensionaal Bouw Informatie Model (BIM) integraal wordt samengewerkt door diverse disciplines. Alle aspecten van een project worden vooraf in 3D nauwkeurig in beeld gebracht, zodat de betrokken disciplines een maximaal beeld hebben van elke situatie waar zij mee te maken (kunnen) krijgen.
Marcel Geleijnse vertelt: "Door de jaren heen kan het zijn dat bestaande informatie onvolledig is geraakt of net iets anders is dan de werkelijkheid. Nog in de aanbestedingsfase gingen we daarom al aan de slag om alle relevante informatie te verzamelen over de exacte positie van kabels, leidingen, putten en andere zaken op kritische posities. We hebben vooraf proefsleuven gegraven om te checken of die informatie klopte en alle concrete data zijn ingemeten in het 3D-systeem. Ook de bovengrondse infrastructuur werd daarbij uiteraard meegenomen. Zo ontstond een werkbaar en realistisch beeld van de totale situatie."
Met behulp van het 3D-model kon een simulatie worden gemaakt van de werkzaamheden. Ook mogelijke problemen bracht het BIM-model daarbij aan het licht. "Op deze manier kwam naar voren dat er zo'n 200 'clashes' zouden ontstaan", zegt Marcel Geleijnse. "Een groot deel daarvan konden we simpel omzeilen of snel verhelpen, maar 43 ervan waren serieus. Die moesten we dus eerst oplossen. Want ga maar na: elke ernstige clash levert gemakkelijk een dag vertraging op. In die zin hebben we met deze aanpak een tijdverlies van minimaal 43 dagen voorkomen."
Daarna was het tijd voor een nauwkeurige planning. Alle betrokken partijen, inclusief onderaannemers en uitvoerders, bereidden zich een dag lang intensief voor op wat er te verwachten was en konden dankzij de 3D-weergave exact zien welke situatie er ter plekke zou zijn. Op basis van een 'lean' procesplanning en een heldere rolverdeling wist iedereen wat hem te doen stond. Uitvoerders kregen met behulp van de benodigde software de totale situatie voorgespiegeld via iPads, om ter plekke inzicht te kunnen houden op de situatie.
Dat laatste gaf ook het voordeel dat bewoners en faculteiten een helder en actueel beeld konden krijgen van de werkzaamheden en de vorderingen, zelfs met 3D-bril op locatie. Marcel Geleijnse: "Een mooi soort 'bijvangst' in deze aanpak. Op een campus als deze heb je tenslotte te maken met bovengemiddeld geïnteresseerde en mondige bewoners. Deze keus heeft ons dus ook goed geholpen bij de communicatie met alle belanghebbenden."
Door de nauwkeurige planning en het gedetailleerd in kaart brengen kon ook een extra kwaliteitsslag gemaakt worden. Onderhoud en keuring van essentiële onderdelen ging direct mee in de werkzaamheden of kon gericht gepland worden voor de toekomst. Dat alles werd vastgelegd in het opleverdossier.
"Terugkijkend is het toch wel een huzarenstukje geweest", beseft Marcel Geleijnse. "Dat hebben we zelfs van concullega's teruggekregen. Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijke onderscheid dat we hebben kunnen betekenen, direct te maken heeft met de nauwe samenwerking tussen disciplines die we bij BAM in huis hebben. En, net zo belangrijk: de uitstekende samenwerking met de TU Delft als opdrachtgever, die enorm heeft meegedacht bij de voorbereiding op alle niveaus. Het blijkt maar weer: het onmogelijke krijg je alleen samen voor elkaar."